De Bessenvreter
De Bessenvreter heeft
de kleuren geel blauw en zwart. Die kleuren zijn voor de sier. Hij eet alle
soorten bessen. Het maakt echt niet uit wat voor bessen het zijn. Maar hij eet
het liefst rode bessen. Want die zijn echt het lekkerst. Hij woont in
Nederland. Daar zijn namelijk de meeste rode bessen. In de winter gaat hij naar
het zuiden, want daar zijn dan lekkere rode bessen. Ze vliegen dan alleen naar
het zuiden, en bij het zuiden vinden ze hun eigen soort weer. Hij slaapt in een
boom vlakbij de struik van de bessen. Hij kan de struik dan goed in de gaten
houden.
Zijn grootste vijand
is de mens. Want de mens vind hem super lekker. Daarom eet hij alleen ’s
nachts. Hij heeft daar voor grote ogen die kunnen zien in het donker. Overdag
ziet hij minder dan ’s nachts. Hij heeft een kleine snavel, want hij hoeft niet
onder de grond zijn eten vandaan te vissen. Hij is met vleugels gespreid, 30
centimeter. Zijn lengte is 37 centimeter. Hij wordt 13 jaar. En is na 3 jaar
volwassen. Hij kan 90 kilometer per uur vliegen. Als er ’s nachts dan een mens
komt kan hij heel snel weg. Zijn vleugels flapperen heel stil. Daarom kunnen
mensen hem niet horen.
De eieren zijn 3 centimeter groot. De vrouw
legt ze onder de bessen struik, zodat als de vogeltjes honger hebben, kan de
moeder even met de kleine snavel omhoog. En kan ze zo de bessen pikken, en aan
haar vogeltjes geven. De vogeltjes zijn eerst maar 4 centimeter breed en 6
centimeter lang. Na een jaar kunnen ze al goed vliegen. Ze kunnen dan ook al
zelf voedsel vinden. Als ze 2 jaar zijn gaan de vogels weg van hun ouders. En
gaan dan een partner zoeken.
Het gaat helaas niet
goed met de Bessenvreter. Want de mensen die hebben veel informatie. Zo gaan ze
vallen plaatsen bij de bessenstruik, en gaan ze ’s nachts naar buiten om ze te
vangen. En de mensen gaan ook op zoek in de bomen naar nesten van de
Bessenvreter. Gelukkig zijn er ook nog mensen die de Bessenvreter helpen. Zo
gaan ze hem in een beschermd natuurgebied brengen. Of naar een dieren opvang.
Gemaakt door: Kjartan
Groot
Geen opmerkingen:
Een reactie posten